Hoe kan jij als automobilist bijdragen aan een schoner milieu en minder CO2 uitstoot?

Deze week is Volkswagen in opspraak geraakt door gesjoemel met behulp van software die op de nieuwste dieselmotoren is toegepast.

De motoren zijn volgens de autoriteiten uitgerust met software die ervoor zorgt dat de uitstoot minder schadelijk is tijdens de controle in de garage dan tijdens een normaal gebruik buiten op de weg. Wanneer een auto getest wordt staat het voertuig op een rollerbank in de garage. De wielen draaien dan wel, maar de auto blijft stilstaan. Daarnaast wordt het stuur niet gebruikt en de gps maakt slecht of geen contact met de satelliet omdat de auto binnen staat. De zogenaamde “schone” dieselmotor van Volkswagen stoot minder schadelijke stoffen uit als dit allemaal tegelijkertijd het geval is. Volgens de uitkomst van het EPA-onderzoek stoten de dieselmotoren tot 40 keer de toegestane norm van de schadelijke stikstofoxiden (NOx) uit bij normaal verbruik. Stikstofoxiden veroorzaken smog en stimuleren de vorming van ozon en zijn daarmee schadelijk voor het milieu en de gezondheid.

Het nieuwe rijden

Ook als bestuurder van een motorvoertuig kan jij je gedrag aanpassen met het oog op een schoner milieu en een prettigere leefomgeving.

Verstandig rijden met een motorvoertuig

• Starten zonder gas te geven.
• Rustig wegrijden.
• Bij het optrekken het gaspedaal vanaf de tweede versnelling vlot intrappen tot maximaal de helft. Geef zoveel gas dat u vlot met het verkeer mee kunt komen.
• Tijdig overschakelen naar een hogere versnelling. Zorg voor een laag toerental, opschakelen tussen de 2000 en de 2500 toeren.

Warmdraaien

Indien een motor op bedrijfstemperatuur is zal er een goede smering plaatsvinden en er minder slijtage optreden. Warmdraaien tijdens het stilstaan geeft extra slijtage, brandstofverbruik en luchtverontreiniging. Het is dus wenselijk na de start rustig weg te rijden met een niet al te hoog toerental.

Snelheid aanpassen

Bij een snelheid van 120 km/u is de uitstoot 60% hoger dan bij een snelheid van 90 km/u. Daarnaast is het brandstofverbruik 40% hoger. De invloed die u hier op kan uitvoeren is rustig optrekken, snelheid matigen, op het juiste moment op- en terugschakelen en niet hoger dan de maximum snelheid rijden.

Verkeersdeelname

Bij het deelnemen aan het verkeer kunnen we ook onze bijdrage leveren aan een beter milieu door ons gedrag af te stemmen op de medeweggebruikers, waarbij de doorstroming het belangrijkste is.

• Besluitvaardigheid is hierbij het sleutelwoord. Pas uw snelheid tijdig aan, beslis snel en handel gericht.
• Bij een constante snelheid in een zo hoog mogelijke versnelling gaan rijden. Hierdoor blijft het toerental en het brandstofverbruik laag. Fijn voor het milieu en prettig voor de portemonnee.
• Houdt u aan de voorgeschreven maximum snelheid. Het niet houden aan de maximum snelheid kan leiden tot verkeersonveilige situaties en milieuschade dit is niet bevorderlijk voor de doorstroming. Snelheid dient zoveel mogelijk geleidelijk opgebouwd en afgebouwd te worden. Als dit niet geleidelijk gebeurt, moet u met de negatieve gevolgen rekening houden: 1 door abrupt versnellen of vertragen verliest men gemakkelijk de grip op de weg. 2 onrustig en inconsequent rijgedrag maakt het voor andere weggebruikers moeilijk om goed te kunnen anticiperen. 3 onnodige slijtage van de banden. ( meer uit stoot schadelijke stoffen en verhoogde brandstofverbruik).
• Niet geforceerd gaan inhalen. Inhalen moet zin hebben en geen gevaarlijke situaties veroorzaken.
•  Tijdig voorsorteren, duidelijk zijn naar de medeweggebruikers en niet onnodig hinderen of blokkeren. Hierbij is het op tijd plannen van uw waarneming, voorspelling en handeling van groot belang.
• Met voldoende snelheid invoegen en op tijd beginnen met kijken, niet uw positie op de weg afdwingen.
• Bij het uitvoegen niet te vroeg snelheid verminderen, pas op de uitvoegstrook gaspedaal los laten.
•  Met oogcontact en de juiste snelheid weven op een weefvlak.
• Bij het samenvoegen van verkeersstromen ook daadwerkelijk het ritsen toepassen.
• Door voldoende volgafstand te houden ten opzichte van de voorganger (minimaal 2 seconden bij droog wegdek en 4 seconden bij nat wegdek en vrachtverkeer minimaal 3 seconden tot 6 seconden)  dit voorkomt onnodig remmen en geeft meer zicht, dus veiliger. (anticiperen)
• Een verkeerslicht of verkeersopstopping rustig naderen, dit voorkomt onnodig remmen. Ruim van te voren gas los laten als een verkeerslicht op rood staat, laat de auto in de versnelling staan (dus niet ontkoppelen) de auto remt dan op de motor af. Gebruik maken van het rollend vermogen van de auto zorgt voor een rustiger verkeersbeeld en bespaart weer brandstof.

Hulpmiddelen

• Toerenteller : De toerenteller meet het aantal omwentelingen van de krukas per minuut. Hoe hoger het aantal omwentelingen des te hoger het brandstofverbruik. Door tijdig te schakelen blijft het toerental laag. (tussen de 2000 en 2500 toeren).
• Boordcomputer: De boordcomputer voorziet u tijdens het rijden van informatie over de prestaties van uw auto, waaronder het brandstofverbruik. U kunt daarmee zien wat de invloed van uw rijgedrag op het brandstofverbruik is.
• Cruise control: De Cruise control is een automatische regeling waarmee met constante snelheid gereden kan worden. Het brandstofverbruik neemt boven de 100 km/u bijna kwadratisch toe ten opzichte van de snelheid. Tevens voorkomt een cruise control dat u ongehinderd de snelheidslimiet overtreed.
• Airco: Een te hoge temperatuur in de auto heeft een directe invloed op uw concentratie vermogen.  Airco alleen gebruiken indien nodig, onnodig airco gebruik zorgt voor 25 % meer brandstofverbruik.
• Navigatiesysteem: Als u een navigatiesysteem gebruikt rijdt u ontspannen en is de kans op omrijden aanzienlijk kleiner.
• Start/stop systeem: zorgt ervoor dat de auto niet onnodig lang stationair draait, waardoor een stop in het verkeer langer dan 1 minuut al brandstof wordt bespaart.

Onderhoud

Een goed onderhouden auto is altijd zuiniger in het brandstofverbruik dan een slecht onderhouden auto. Motorolie en defecte onderdelen moeten tijdig vervangen worden. Maandelijkse controle van uw auto zorgt ervoor dat u niet onverwachts voor verrassing komt te staan. Hierbij is de banden spanning van uw auto van groot belang. Kijk voor de juiste banden spanning in het instructieboekje of op het schema bij het tankstation. De banden moeten een minimaal 1.6 mm profieldiepte hebben . De druk in de band wordt uitgedrukt in BAR (rond de 2.0 tot 2.8 bar is normaal voor een autoband). Profiel zorgt voor grip en een kortere rem weg bij nat weer. Neem een imperiaal, fietsenrek of aanhanger alleen mee indien dit hulp middel echt nodig is. U verbruikt bij een imperiaal/fietsenrek 10% tot 15% meer brandstof. Ook ruitverwarming zorgt voor 4% tot 7% meer brandstofverbruik.